Flunknarf is als winnaar van de laatste twee NTT’s niet meer weg te denken uit improland. Hoe is het voor ze om na de afwezigheid van het NTT weer eens lekker op het toernooi te spelen? We spraken met Stefan van Flunknarf om hem te vragen naar zijn ervaringen. Heb je nog geen kaartjes gekocht? Wees er snel bij want de kaarten gaan hard.
Jullie hebben al een aantal keer het NTT gewonnen. Hoe blijven jullie jezelf en het publiek verrassen?
We blijven onszelf verrassen omdat we fan zijn van elkaar en lol willen maken. Als er iemand opstaat om de scène te beginnen, verkneukel ik mezelf al wat diegene nu weer gaat verzinnen. Elke scène begint gevoelsmatig met een: “Ja leuk!”
Wat vonden jullie de meest memorabele scène die jullie ooit op het NTT hebben gespeeld?
Een memorabele scène is (voor ons) toch wel die over Gerard die de lotto had gewonnen en een gigantisch huis had. Hij ging een grasmaaier op marktplaats zetten, maar moest zijn veeel te grote huis doorspeuren waar dat ding nou stond. Je had er bij moeten zijn 😉
Tegen welke tegenstanders spelen jullie graag en waarom?
Man met Snor, omdat elke scène binnen 10 seconde totaal uit de hand kan lopen wat voor verwarring maar vooral hilariteit zorgt. En stiekem ook omdat Thomas en Johan daar in spelen (en zij ook bij Flunknarf zitten), dus dat is direct een feestje!
Hoe is het spelen op een toernooi versus een normale voorstelling?
Op een toernooi is het anders spelen omdat je toch zo ver mogelijk wilt komen zodat je zoveel mogelijk wedstrijden kan spelen. We bereiden ons goed voor met gamelijstjes, zodat we tussendoor even rust kunnen pakken (voor zover dat mogelijk is haha). En verder is het gewoon lol maken. Heel serieus goeie scènes spelen komt de creativiteit niet ten goede, dus gewoon vette verhalen te maken en de ander laten lachen.
Spelen jullie het liefst in de grote zaal of juist in een kleinere zaal?
Misschien is dit speler afhankelijk, maar doe mij maar een grote zaal. Hoe meer gelach hoe leuker!